De Klank van Da Vinci, in beeld

Door vormgeefster/kunstenares Emilie Lauwers

Het thema van Musica Divina 2019 is Leonardo Da Vinci, wereldbekend beeldend kunstenaar, wiens naam alleen al bij iedereen een veelheid aan visuele associaties met zich meebrengt. Zelfs als de insteek van het programma de klank van da Vinci is, en we vooral focussen op Da Vinci als festivalmaker en muzikant, blijft het moeilijk in het ontwikkelen van campagnebeelden om abstractie te maken van zijn beeldend nalatenschap. Voor mij kwam het er dus op aan op ver weg te blijven van Da Vinci’s eigen media. Het heeft geen zin om te tekenen of te schilderen, of om ontwerpen na te bouwen. Want dan ga je in concurrentie met iets dat veel te krachtig op ons netvlies is gegrift


Jelle’s visie op Da Vinci was voor mij verrassend, verhelderend. Toen ik 15 was en mijn eerste lessen kunstgeschiedenis kreeg, kwam ik mijn leraar eens tegen op straat. We wandelden samen een stukje, en hij vroeg me welke mijn lievelingskunstenaar was. ‘Da Vinci’, antwoordde ik zonder een seconde twijfel. Hij was verrast. ‘Oh ja? Welk werk dan?’. Mijn hart zonk in mijn schoenen. Ik kon niet echt een werk van Da Vinci bedenken. De Mona Lisa of het laatste avondmaal kwamen niet bij me op. ‘Meer zijn tekeningen’, zei ik, in een poging het ongrijpbare dat me aantrok toch vast te pinnen. ‘Waarom?’ Vroeg mijn leraar. ‘Omdat die nog niet af zijn’, zei ik, en ik snapte zelf niet goed wat ik bedoelde en haastte me naar huis.
Die insteek, Da Vinci als improviserend jazz kunstenaar, die niets vastlegt, niets afwerkt en gewoon creëert in het moment, heeft me geholpen om de installaties voor de campagnebeelden te maken. Het zijn stukjes ontwikkeling geworden, onafgewerkte prototypes, tastbare suggesties van ideeën. Ik heb de stijl van de vorige jaren aangehouden - alles wat ik bouw is gemaakt van rietjes, houten spateltjes, touw en tape en ijzerdraad. Deze keer misschien nog bewuster dan anders, om uit de buurt te blijven van waardige kunstenaarsbenodigdheden en vooral niet in competitie te gaan met een klassiek werk. De installaties zijn sculpturale vertalingen van alle aspecten van Da Vinci’s werk. Zijn visionaire uitvindingen (de vleugel), instrumenten (de trom), architectuur (de trap), infrastructuur (de brug), tekeningen (het krijtje), wiskundige berekeningen (de sphere), dynamisch onderzoek (de golven) en schilderwerk (de nagel) worden vertegenwoordigd in de negen campagnebeelden. Hoe kiezen in een eindeloos oeuvre. Ik ben op zoek gegaan naar ronde vormen, cirkels en cirkelsegmenten, een evidentie binnen Musica Divina. De Vetruviaanse man spreekt voor zich: die heb ik teruggebracht tot de cirkel zelf, een krijtje met een touwtje eraan fungeert als passer - en het siennakleurige krijtje zelf is sculpturaal object genoeg om als campagnebeeld te dienen. Het ontwerp voor de automatische trom, ook vanzelfsprekend rond, heb ik nagebouwd door schetspapier voor de leeslamp te tapen. De vijf trommelstokjes zijn satéstokjes met tape eromheen. Ook de wiskundige bolvormen in het boek van Jelle waren onweerstaanbaar. De spiraalvormige trap, op een rond grondplan uitgetekend, heb ik nagebouwd met de roodkleurige houten plankjes die schrijnwerkers gebruiken om afstand te houden. De zelfdragende brug, op zich al een cirkelsegment, heb ik gebouwd met de houten spateltjes die je normaal gebruikt voor magnum ijsjes. De eindeloze ronde krullen die Da Vinci tekende wanneer hij golven bestudeerde lieten zich makkelijk vertalen in opgerold koperdraad, dat ging lijken op een golf die aanspoelt aan het strand. In andere installaties is de cirkel iets minder uitgesproken: de vleugel, die ik bouwde met plastic rietjes, heb ik gefotografeerd met de ronde reflectie van de lichtbron precies in de knik van de constructie. Het paard, dat verwijst naar de onafgewerkte standbeelden van heersers maar ook naar de eindeloze schetsen van paardenpoten, bestaat uit pootjes die ik maakte in roodkleurige klei, en een licht structuurtje van koperdraad, waarin verschillende cirkelvormen zitten. Ik liet het onafgewerkte paard spinnen aan een touwtje. Het laatste avondmaal sprak tot mijn verbeelding omwille van de nagel die Da Vinci in de muur sloeg, en van waaruit touwtjes als stralen vertrekken om het perspectief goed te krijgen.


EMILIE LAUWERS

Kunstenares en vormgeefster Emilie Lauwers studeerde grafische vormgeving/typografie in Gent. Ze ziet de vormgever als een vertaler, die op zoek gaat naar de juiste vorm op basis van de gegeven inhoud. Dat doet ze op een intuïtieve, maar sterk gestructureerde manier. Emilie werkte als vormgever voor o.a. Arjan van Dijk Groep, Operastudio Vlaanderen en Middagconcerten van Antwerpen. Ze verzorgde projecties voor barok ensemble Amaranthus en het koor Novecanto en is vast fotograaf bij theatergezelschap l'Acteur et l'écrit en Les Métamorphoses Orchestra. Als scenografe werkte ze o.a. voor de Vlaamse Opera en Het Paleis, als illustrator voor uitgeverijen als De Eenhoorn en Van Halewyck. Onlangs maakte ze de campagnebeelden voor Concertgebouw Brugge.