Psalm van Bart Stouten

BRUG OVER DE LIEFDE
voor Lisa en Leonardo


Leonardo, maak mijn lichaam
tot het middelpunt van een heelal.
Ik strek mijn armen uit naar je,
mijn leven raakt de cirkel
van jouw eeuwigheid.

Jij, mijn vijgenboom.
Ik, jaloerse ouderdom.
Hoe verschraalt mijn lichaam
zonder jouw sappige vruchten.
Ik buig en breek wanneer ik aan je denk.

Stenig me niet. Een bange wezel ben ik,
gevlucht in een storm van verloren vrijheid,
doordrenkt van liefdes balsamico.
Aaibare spin kruipt door de druiventros.
Ach tijd, die alles verslindt.

Lisa, jij, door zedigheid betoverde frivoliteit,
ontsluier het geheim achter de glimlach
die je beroemd maakte.
Overwint Amor alles?
Achter een pigment dat personae verbergt.

De spin rooft haar vliegen, wordt samen
met de druiven geplet. De wingerd
verwelkt. Mijn leven helt over.
Wijn vloeit als een stroom van bloed
naar de duisternis: daar leef jij.

Leonardo, voor jou sta ik naakt,
als een kind dat reikt naar de anjer
van de Lisa, madonna die me genezen zal
van moederliefde. Een donkere schim
glijdt binnen in ons huis.

Kijk hoe deze oester zich opent
in de stilte van de volle maan.
De wind wil niet luisteren.
Vaag gebrul
van ongeboren leven.

Lisa, jij zwangere vrouw
of hoer of man-in-travestie, verstop je
verdriet tussen de snaren van een luitist,
neem me mee naar de ezel van Leonardo.
Hij alleen weet wie je bent.

Leeuwen, luipaarden, panters, tijgers,
wreedheid op de rug van een prooi.
Alle dieren zijn jagers. Alle wrede liefdes
genadeloos. Alle schilderijen verdwaalde angst
die schoonheid wil worden.

Leonardo, jij manke leeuw,
vergezel me tot bij Dürer en Rembrandt.
Zonder water, diep in de woestijn
van het kunstenaar-zijn:
daar vind ik jouw verraderlijke hemel.

Een kerkdief heft zijn handen
in het teken van de vijg.
Obscene gebaren,
je Bestiarium bulkt ervan.
De rietstengel blijft stoer overeind.

Wind jaagt bladeren uit een tekening.
Kaarslicht dooft, daar is de morgen.
Je storm ging liggen in vreemde contreien.
Kijk naar de overkant van de straat, Lisa.
Kijk naar het huis van Leonardo.

Zie hoe hij je schildert,
jij die naar hem glimlacht voor je raam.
De zon valt op zijn lippen, heel even.
Nooit weken ze voor je hart.
Wijken bij het prevelen van je naam.

Lisa del Giacondo. Bellissima giornata.
Dan wijkt de zon. Donna timida.
Rijke Florentijnse vrouw, treed terug,
sluit een gordijn, vien dietro a me
en kleed je uit.

Een wolk simuleert de nacht.
Leonardo, trek alles in twijfel.
Een man versmelt met een vrouw.
Mysterie achter de sluier van rouw
die straks opnieuw de maan vervaagt.

Lisa, ik weet wanneer je zal sterven.
Op een julidag in de zestiende eeuw.
Je stoet zal door Firenze trekken,
de wereld stilstaan bij het verlies.
De aarde van een klooster zal je bedekken.

Jij, Leonardo, geef me dan de moed
om te drijven op middernachtelijk water.
Ik wil leven in haar laatste licht.
Onder heldere sterren wil ik zingen
voor een nieuwe eeuw. Zoals jij.

Meer dan tijd heb ik niet nodig, Leonardo.
Om zoals jij de oever te bereiken
van mijn wedergeboorte. En daarom:
Lisa, blijf bij me.
Jij vrouw die het Louvre doet blozen.



Bart Stouten
6 mei 201