Psalm van Maarten Inghels

De uitvinding van het lichaam

Voor de uitvinding van het lichaam bewoog niemand.
We zwommen ook niet, of wiegden zacht als zeewier.
We groeiden aan als steenkoraal.

Een buitenbeentje kroop aan wal en werd een voorbeeld.
Wat eerst krom was, liep uiteindelijk recht.
Een bos van benen besloot een dorp te beginnen.

Het waren zonderlingen die over het wiel gingen zingen
terwijl getemde lijven geurden naar vergeten vuren, verveling
beet aan onze tenen.

We vlooiden liederlijke lichamen
en verzonnen een vorm van schaamte, vervolgens oorlog.
Lawaaierige rook rond onze oren.

Bouwden doolhoven om ons
zoek te maken. In de hoeken
hopen de herinneringen als vuilnis op.